24 jul 2023 | Stedenbouw

Inzicht in ruimtelijke ordening in Brussel

Bent u geïnteresseerd in het stedenbouwrecht in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest? Met dit artikel willen we u wegwijs maken in de Brusselse ruimtelijke ordening en u de belangrijkste hulpmiddelen en acroniemen geven die u nodig hebt om de haalbaarheid van een project te bestuderen.

Inleiding

Ruimtelijke ordening en stedelijke ontwikkeling zijn twee concepten die met elkaar verbonden zijn, maar verschillend wat betreft hun reikwijdte en doelstellingen:

  • Ruimtelijke ordening omvat de planning en het beheer van een gebied als geheel, met als doel een evenwichtige en duurzame ontwikkeling te bevorderen door het gebruik van natuurlijke, economische en sociale hulpbronnen te organiseren. Het behandelt bredere kwesties zoals vervoer, milieu, openbare voorzieningen en het behoud van natuurgebieden.
  • Stedenbouw richt zich op de organisatie en het beheer van stedelijke ruimten, of ze nu al verstedelijkt zijn of bestemd zijn om verstedelijkt te worden. Het bestudeert de locatie van gebouwen, de organisatie van buurten, openbare ruimten en stedelijke infrastructuur met als doel stedelijke omgevingen te creëren die functioneel en esthetisch zijn en aangepast aan de behoeften van de bewoners. Er wordt rekening gehouden met factoren zoals bevolkingsdichtheid, mobiliteit, architectuur, toegankelijkheid en stadsontwerp.

Ruimtelijke ordening is een regionale verantwoordelijkheid. Als zodanig heeft elke regio zijn eigen wettelijke basis, een code, (CoDT, CoBAT, VCRO) die de organisatie van deze bevoegdheid en de modaliteiten ervan vastlegt. Deze teksten specificeren in het bijzonder de volgende elementen:

  • handelingen waarvoor een vergunning nodig is (heb je bijvoorbeeld een vergunning nodig om een zwembad te bouwen?)
  • de bevoegde autoriteiten (bijv. welke autoriteit beslist over welk type handeling, wie stelt welk plan op, enz.)
  • beroepsprocedures
  • planningsinstrumenten: dit zijn alle instrumenten die worden gebruikt om strategieën op te stellen en ontwikkelings- en stedenbouwkundige regels te definiëren.

Dit artikel richt zich op planningsinstrumenten in België.

De wettelijke basis: CoBAT

De wettelijke basis voor de ruimtelijke ordening in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest is het Brussels Wetboek van Ruimtelijke Ordening (WRO). Daarmee regelt het Wetboek de belangrijkste mechanismen voor ruimtelijke ordening in Brussel:

  • Planning (strategische ontwikkelingsplannen, toewijzingsplannen, etc.)
  • Stedenbouwkundige voorschriften (RRU, RCU)
  • Vergunningaanvragen (voor welke werken wel en niet een vergunning nodig is, bevoegde instanties, termijnen, beroepsprocedures, enz.)
  • Bescherming van erfgoed
  • Het recht van voorkoop (een recht van voorkoop is een wettelijk of contractueel recht dat aan bepaalde private of publieke personen wordt verleend om een eigendom met voorrang op andere personen te verwerven, wanneer de eigenaar aangeeft het te willen verkopen)
  • Stedenbouwkundige informatie (stedenbouwkundige context van een specifiek onroerend goed, te verkrijgen voor elke verkoop van onroerend goed)

Strategische plannen

Strategische plannen zijn documenten die de te volgen strategie bepalen en weergeven om specifieke doelstellingen te bereiken. Deze doelstellingen zijn meestal gekoppeld aan ruimtelijke ordening. Strategische plannen stellen de algemene richtlijnen vast die moeten worden gevolgd en worden de grondbeginselen van de ruimtelijke ordening.

Het is belangrijk om op te merken dat strategische plannen in de meeste gevallen een indicatieve (niet-bindende) waarde hebben. De belangrijkste regionale ontwikkelingsplannen die in Brussel van kracht zijn, worden hieronder besproken.

Het regionale ontwikkelingsplan (PRD)

Het Regionaal Ontwikkelingsplan (POP) zet de ontwikkelingsdoelstellingen en -prioriteiten van de regio uiteen, gebaseerd op economische, sociale, milieu- en mobiliteitsbehoeften.

In 2009 werd een tweede "D" voor duurzaam toegevoegd aan de PRD, als symbool voor de vastberadenheid van de regio om de grote uitdagingen van deze eeuw op het gebied van milieu en duurzame ontwikkeling aan te gaan.

Kaart 6 van de PRDD-2018: belangrijkste mobiliteitsnetwerken

Ontwikkelingsplannen van de gemeenschap (CDP's)

Gemeentelijke ontwikkelingsplannen (CDP's) bestrijken het hele gemeentelijke grondgebied en zijn uitgebreide planningsinstrumenten voor de duurzame ontwikkeling van gemeenten. Ze zijn afgestemd op de oriëntaties van de PRD en respecteren het Plan Régional d'Affectation du Sol (PRAS), een ander regionaal ontwikkelingsplan.

Dit is een uitgebreid planningsinstrument voor de ontwikkeling van gemeenten. Het bevat de volgende punten:

  • De algemene en specifieke doelstellingen en ontwikkelingsprioriteiten, met inbegrip van ruimtelijke ordening, die nodig zijn om te voldoen aan economische, sociale, culturele, mobiliteits-, toegankelijkheids- en milieubehoeften;
  • De transversale en sectorale maatregelen die genomen moeten worden om de vastgelegde doelstellingen te bereiken, inclusief een cartografische voorstelling van enkele van deze maatregelen;
  • Prioriteitsgebieden voor actie in de gemeente vaststellen ;
Uittreksel uit het GCB van de gemeente Elsene

Plannen voor regelgeving

In tegenstelling tot strategische plannen bepalen ontwikkelingsplannen met regelgevende waarde de functies die in de verschillende Brusselse gebieden kunnen worden gevestigd.

Het regionale bestemmingsplan (PRAS)

Het Gewestelijk Bestemmingsplan volgt de richtlijnen van het Gewestelijk Ontwikkelingsplan (GBP) en bepaalt het bodemgebruik in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en de regels die daarop van toepassing zijn. Het GBP bepaalt bijvoorbeeld het prioritaire gebruik van een gebied (wonen, handel, enz.). Een zone wordt gedefinieerd door een of meer grondblokken. De kleinste grafische eenheid in het GBP is het stadsblok.

Het PRAS is in feite een verzameling kaarten (plannen) en letterlijke voorschriften (teksten).

De 6 PRAS-kaarten

Titel kaartWaardeBeschrijving
Bestaande feitelijke situatieIndicatiefHuidige status van opdrachten zoals die vandaag de dag worden uitgevoerd.
Bestaande wettelijke situatieIndicatiefPlanologische, erfgoed- en milieubepalingen die van toepassing zijn op de zone.
Kaart met opdrachtenRegelgevingDit is het equivalent van het Plan de Secteur in Wallonië en definieert de toegestane gebruikswijzen voor elke zone (woningen, winkels, enz.).
Kaart van in aanmerking komende kantoorsaldiRegelgevingKaart met de resterende m² kantoorruimte die in aanmerking komt voor conversie.
WegenkaartRegelgevingRegelgevende kaart met wegen en autosnelwegen in de regio Brussel.
Kaart openbaar vervoerRegelgevingOverzichtskaart van het openbaarvervoernetwerk, inclusief ondergrondse en bovengrondse lijnen.
De 6 kaarten van het regionale bestemmingsplan
Kaart met PRAS opdrachten

De letterlijke voorschriften van de PRAS

Er zijn verschillende soorten letterlijke voorschriften, afhankelijk van hun geografische of thematische reikwijdte:

  • De algemene voorschriften voor alle zones. Tenzij anders vermeld, gelden de algemene voorschriften voor alle zones van het PRAS.
  • Specifieke vereisten met betrekking tot de verschillende zones op de kaart voor landgebruik (woningen, winkels, voorzieningen, groene ruimten, enz.).
  • Specifieke eisen met betrekking tot wegen en openbaar vervoer.
  • De programma's ZIR en ZIRAD.

Hier volgt een voorbeeld van de specifieke vereisten voor woongebieden:

  • Buiten de grenzen van commerciële centra mogen de begane grond van gebouwen worden gebruikt voor detailhandel. De eerste verdieping mag ook voor detailhandel worden gebruikt als de plaatselijke omstandigheden dat toestaan en nadat de werkzaamheden zijn onderworpen aan speciale reclamemaatregelen.
  • Per project en per gebouw mag niet meer dan 150 m² aan winkelruimte worden toegewezen.
  • Er moet echterten minste één woning in het gebouw blijven.
PRAS: speciale vereisten voor woongebieden

Het is belangrijk op te merken dat de zones elkaar niet altijd uitsluiten. Dit betekent dat een perceel bijvoorbeeld kan worden opgenomen in een woonzone EN in een gebied van cultureel, historisch, esthetisch of verfraaiend belang, waarbij het ene het andere niet uitsluit.

Het masterontwikkelingsplan (PAD)

Het Masterontwikkelingsplan (PAD) is bijzonder omdat het zowel de strategische als de regelgevende aspecten van een ontwikkelingsstrategie definieert. Net als het PRAS wordt het PAD gedefinieerd op regionaal niveau, maar heeft het betrekking op een specifieke locatie.

Alle PAD's worden weergegeven in het PADs dashboard. De volgende PAD's zijn daar bijvoorbeeld te vinden: Bordet, Delta Hermaan-Debroux, Heysel, ...

Uittreksel uit de "Delta Herrmann-Debroux" PAD

Het specifieke bestemmingsplan (PPAS)

Het doel van het Plan Particulier d'Affectation du Sol (PPAS) is om het Plan Régional d'Affectation du Sol (PRAS) te specificeren en aan te vullen. Het beantwoordt aan de richtlijnen van het Plan Communal de Développement (CDP) en beschrijft het gedetailleerde gebruik van de verschillende zones. Het regelt het grondgebruik door bebouwbare en groene zones af te bakenen, evenals de bijbehorende regels. Het kan ook andere bepalingen bevatten zoals :

  • Details over de locatie, afmetingen en het esthetische uiterlijk van de gebouwen en hun omgeving.
  • De lay-out en ontwikkelingsmaatregelen voor communicatieroutes en de bijbehorende voorschriften.

Je kunt deze plannen vinden op het BruGIS-platform: https: //gis.urban.brussels/brugis/#/

Reglement

Regionale planningsverordeningen (RRU)

De regionale planningsvoorschriften bevatten 8 hoofdstukken (de zogenaamde "titels"), die zeer specifieke aspecten van gebouwen en hun omgeving definiëren:

TitelBeschrijving
Titel IKenmerken van gebouwen en hun omgeving
Titel IINormen voor huisvesting
Titel IIIChantiers titel gedeeltelijk ingetrokken - zie gecoördineerde versie van Titel III die momenteel van kracht is
Titel IVToegankelijkheid van gebouwen voor mensen met beperkte mobiliteit
Titel VThermische isolatie van gebouwen titel in zijn geheel ingetrokken
Titel VIReclame en borden
Titel VIIDe weg, de toegangen en de omgeving
Titel VIIIStandaards voor parkeren op straat
Structuur van de verordeningen inzake ruimtelijke ordening

Titel I legt bijvoorbeeld de concepten uit van uitlijning, partijgrenzen, etc. Deze concepten definiëren de uiterlijke visuele kenmerken van het gebouw. Deze concepten bepalen de externe visuele kenmerken van het gebouw.

Uittreksel uit titel I van de RRU betreffende de indeling en afmetingen van twee-onder-een-kapgebouwen

Titel II definieert normen voor bewoonbaarheid in termen van plafondhoogte en minimaal vloeroppervlak.

Uittreksel uit Titel II van de RRU betreffende oppervlaktenormen voor nieuwe woningen

De verordeningen inzake ruimtelijke ordening (RCU)

De "Règlements Communaux d'Urbanisme" (plaatselijke stedenbouwkundige voorschriften) bevatten aanvullende regels op het RRU en mogen er niet mee in strijd zijn. Afhankelijk van de gemeente kunnen deze voorschriften betrekking hebben op gebouwen, de plaatsing van schotelantennes of trottoirs, en gelden ze voor de hele gemeente of slechts voor een deel ervan.

Uittreksel uit het RCU van de gemeente Anderlecht betreffende huisvesting onder de grond

Sommige gemeenten stellen hun RCU gratis beschikbaar op de website urbanisme.irisnet of op hun eigen website, terwijl je voor andere gemeenten naar de gemeente moet gaan om de informatie te verkrijgen.

Samenvatting

In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest wordt de ruimtelijke ordening geregeld door het Brussels Wetboek van Ruimtelijke Ordening (WRO). Deze code bepaalt de regels, termijnen, bevoegde autoriteiten en planningsinstrumenten die nodig zijn om een stedenbouwkundig beleid te voeren.

Een van deze instrumenten zijn de Strategische Plannen die het planningsbeleid van het regionale tot het gemeentelijke niveau sturen. Deze plannen zijn niet direct nuttig voor aanvragers van vergunningen.

De Regulatory Plans zijn bindend voor de projectontwikkelaar. Er zijn er 3:

  • Het PRAS: Het Regional Land Use Plan definieert mogelijke vormen van landgebruik op regionale schaal.
  • PPAS: Het Plan Particulier d'Affectation du Sol (specifiek bestemmingsplan) is een gemeentelijk instrument dat de ontwikkelingsregels voor een bepaalde wijk vastlegt.
  • Het PAD: Het Masterontwikkelingsplan is een instrument voor regionale planning waarmee de strategische en regelgevende aspecten van een stedelijke strategie in één beweging kunnen worden gedefinieerd. Dit plan is alleen van toepassing op bepaalde specifieke gebieden.

In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest worden stedenbouwkundige vergunningen afgeleverd door de gemeenten. In geval van administratief beroep (na weigering van de vergunning) worden de vergunningen afgeleverd door de Brusselse Hoofdstedelijke Regering.

Instrumenten voor ruimtelijke ordening en stadsontwikkeling in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Geïnteresseerd in dit artikel?
We publiceren regelmatig kaarten, statistieken, analyses en artikelen op onze blog en op LinkedIn.

Volg me op LinkedIn of vul je e-mailadres in om op de hoogte te blijven van nieuwe artikelen.