Bent u geïnteresseerd in het stedenbouwrecht in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest? Dit artikel wil u inzicht geven in de ruimtelijke ordening in Brussel en u de essentiële bronnen en afkortingen aanreiken om de haalbaarheid van een project te onderzoeken.
Invoering
Ruimtelijke ordening en stadsplanning zijn twee verwante begrippen, maar ze zijn verschillend in hun reikwijdte en doelstellingen:
- Ruimtelijke ordening betreft de planning en het beheer van een gebied als geheel, met als doel een evenwichtige en duurzame ontwikkeling te bevorderen door het gebruik van natuurlijke, economische en sociale hulpbronnen te organiseren. Het richt zich op bredere thema's zoals transport, het milieu, openbare voorzieningen en het behoud van natuurgebieden.
- Stadsplanning richt zich op de organisatie en het beheer van stedelijke ruimten, ongeacht of deze al verstedelijkt zijn of dat in de toekomst zullen worden. Hij bestudeert de locatie van gebouwen, de organisatie van buurten, openbare ruimten en stedelijke infrastructuren, met als doel functionele, esthetische stedelijke omgevingen te creëren die zijn aangepast aan de behoeften van de bewoners. Er wordt rekening gehouden met elementen als bevolkingsdichtheid, mobiliteit, architectuur, toegankelijkheid en stedelijke esthetiek.
Stedelijke planning en regionale ontwikkeling zijn een regionale verantwoordelijkheid. Elk gewest beschikt dus over een eigen rechtsgrond, een wetboek (CoDT, CoBAT, VCRO), waarin de organisatie van deze bevoegdheid en de modaliteiten ervan zijn vastgelegd. In deze teksten worden met name de volgende elementen gespecificeerd:
- vergunningplichtige handelingen (bijvoorbeeld: moet u een vergunning aanvragen voor de bouw van een zwembad?)
- de bevoegde autoriteiten (bijvoorbeeld: welke autoriteit beslist over dit soort handelingen, wie stelt welk plan op, enz.)
- remedies
- planningshulpmiddelen: dit zijn alle hulpmiddelen waarmee strategieën kunnen worden vastgesteld en regels voor planning en stedelijke ontwikkeling kunnen worden gedefinieerd.
In dit artikel wordt specifiek aandacht besteed aan de planningsinstrumenten in België.
De wettelijke basis: het BWBT
De wettelijke basis voor de stedenbouw in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest is het Brussels Wetboek van Ruimtelijke Ordening (BWRO) . In deze hoedanigheid beheert het BWRO de belangrijkste mechanismen van de ruimtelijke ordening in Brussel:
- Planning (strategische ontwikkelingsplannen, toewijzingsplannen, enz.)
- Stedenbouwkundige voorschriften (RRU, RCU)
- Vergunningsaanvragen (welke werken zijn vergunningsplichtig en welke niet, bevoegde instanties, termijnen, beroepen, etc.)
- Erfgoedbescherming
- Het recht van voorkoop (een recht van voorkoop is een wettelijk of contractueel recht dat aan bepaalde particuliere of openbare personen wordt verleend om een onroerend goed met voorrang te verwerven ten opzichte van een ander persoon, wanneer de eigenaar zijn bereidheid uitdrukt om het te verkopen)
- Informatie over stedenbouw (stedenbouwkundige context van een specifiek onroerend goed, te verkrijgen bij elke verkoop van onroerend goed)
Strategische plannen
Strategische plannen zijn documenten die de strategie definiëren en weergeven die gevolgd moet worden om specifieke doelstellingen te bereiken. Deze doelstellingen zijn doorgaans gekoppeld aan de ruimtelijke ordening. Strategische plannen leggen de algemene richtlijnen vast die gevolgd moeten worden en vormen de fundamentele principes van territoriale planning.
Het is belangrijk om op te merken dat strategische plannen in de meeste gevallen een indicatieve (niet-bindende) waarde hebben. Hieronder worden de belangrijkste regionale ontwikkelingsplannen besproken die in Brussel van kracht zijn.
Het Regionaal Ontwikkelingsplan (PRD)
Het Regionaal Ontwikkelingsplan (PRD) legt de ontwikkelingsdoelstellingen en prioriteiten van de regio vast, op basis van de economische, sociale, ecologische en mobiliteitsbehoeften.
In 2009 werd de PRD aangevuld met een tweede “D” voor duurzaam, een symbool van de wens van de regio om de grote uitdagingen van de eeuw op het gebied van milieu en duurzame ontwikkeling het hoofd te bieden.

Gemeentelijke Ontwikkelingsplannen (PCD)
De Gemeentelijke Ontwikkelingsplannen (PCD) bestrijken het gehele gemeentelijk grondgebied en vormen globale planningsinstrumenten voor de duurzame ontwikkeling van gemeenten. Ze zijn afgestemd op de PRD-richtlijnen en voldoen aan het Regionaal Landgebruiksplan (PRAS), een ander regionaal ontwikkelingsplan.
Het is een uitgebreid planningsinstrument voor de ontwikkeling van gemeenten. Het stelt de volgende punten vast:
- De algemene en specifieke doelstellingen en ontwikkelingsprioriteiten, met inbegrip van ruimtelijke ordening, die nodig zijn om te voldoen aan de economische, sociale, culturele, mobiliteits-, toegankelijkheids- en milieubehoeften;
- De sectorale en transversale maatregelen die moeten worden uitgevoerd om de vastgestelde doelstellingen te verwezenlijken, met name door middel van een cartografische weergave van enkele van deze maatregelen;
- Identificatie van prioritaire interventiegebieden in de gemeente;

Regelgevende plannen
In tegenstelling tot strategische plannen bepalen ontwikkelingsplannen met regelgevende waarde de functies die in de verschillende zones van Brussel kunnen worden gevestigd.
Het Regionaal Landgebruiksplan (PRAS)
Het Gewestelijk Bodembestemmingsplan volgt de richtlijnen van het Gewestelijk Ontwikkelingsplan (GEP) en bepaalt de ruimtelijke bestemmingen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en de regels die daarop van toepassing zijn. In het PRAS wordt bijvoorbeeld de prioritaire toewijzing van een gebied (woningen, handel, enz.) vastgelegd. Een gebied dat wordt begrensd door één of meer eilanden met percelen. De kleinste grafische entiteit van het PRAS is het stedelijk blok.
Het PRAS is in feite een geheel van kaarten (plattegronden) en letterlijke voorschriften (teksten).
De 6 PRAS-kaarten
Kaarttitel | Waarde | Beschrijving |
---|---|---|
Bestaande de facto situatie | Indicatief | Huidige situatie van opdrachten zoals die vandaag de dag worden uitgevoerd. |
Bestaande juridische situatie | Indicatief | Stedenbouwkundige, erfgoed- en milieubepalingen die van toepassing zijn op het gebied. |
Opdrachtkaart | Regelgevend | Dit plan is vergelijkbaar met het Sectorplan in Wallonië en legt de toegestane toewijzingen per zone vast (woningen, bedrijven, enz.). |
Kaart van in aanmerking komende kantoortegoeden | Regelgevend | Kaart met het resterende aantal m² kantooroppervlakte dat in aanmerking komt voor herbestemming. |
Wegenkaart | Regelgevend | Regelgevende kaart met de wegen en snelwegen in het Brusselse gewest. |
Openbaar vervoerkaart | Regelgevend | Regelgevende kaart van het openbaarvervoersnetwerk, inclusief metro- en bovengrondse lijnen. |

De letterlijke voorschriften van de PRAS
Er bestaan verschillende soorten letterlijke voorschriften, afhankelijk van hun geografische of thematische toepassingsgebied:
- Algemene vereisten met betrekking tot alle gebieden. Behalve in uitzonderlijke gevallen gelden de algemene vereisten voor alle PRAS-gebieden.
- De specifieke vereisten met betrekking tot de verschillende gebieden op de toewijzingskaart (woningen, bedrijven, voorzieningen, groenvoorzieningen, enz.).
- Speciale eisen met betrekking tot wegen en openbaar vervoer.
- Het programma Zones of Regional Interest (ZIR) en de Zone of Regional Interest with Deferred Development (ZIRAD).
Hier is een voorbeeld van specifieke vereisten die van toepassing zijn op woonwijken:
PRAS: Bijzondere eisen met betrekking tot woonwijken
- Afgezien van de randen van commerciële kernen kunnen de begane gronden van gebouwen aan bedrijven worden toegewezen. De eerste verdieping kan ook aan winkels worden toegewezen als de plaatselijke omstandigheden dit toelaten en de handelingen en werkzaamheden aan speciale publiciteitsmaatregelen zijn onderworpen.
- De aan bedrijven toegewezen vloeroppervlakte mag per project en per gebouw niet meer dan 150 m² bedragen.
- Er moet echter wel voor gezorgd worden dat er minimaal één woning in het gebouw aanwezig is.
✅ Het is belangrijk om te weten dat zones niet altijd elkaar uitsluiten. Dit houdt in dat een perceel bijvoorbeeld kan vallen onder een woonzone én onder zones van cultureel, historisch, esthetisch of verfraaiingsbelang, waarbij de een de ander niet uitsluit.
Het Master Ontwikkelingsplan (PAD)
Het Master Development Plan (PAD) is bijzonder omdat hiermee zowel de strategische als de regelgevende aspecten van een ontwikkelingsstrategie vastgelegd kunnen worden. Net als het PRAS wordt de PAD op regionaal niveau vastgesteld, maar heeft betrekking op een specifieke locatie.
Alle PAD's worden weergegeven in het PAD-dashboard . Zo vinden we de volgende PAD's: Bordet, Delta Hermaan-Debroux, Heysel, etc.

Het Specifieke Landgebruiksplan (PPAS)
Het Bijzonder Bestemmingsplan (BBP) is bedoeld om het Gewestelijk Bestemmingsplan (GBP) te verduidelijken en aan te vullen. Het voldoet aan de richtlijnen die zijn vastgelegd in het Gemeentelijk Ontwikkelingsplan (PCD) en stelt de gedetailleerde toewijzing van de verschillende zones vast. Het reguleert het grondgebruik door het afbakenen van bouwzones en groenzones, en de regels die daarbij horen. Daarnaast kan het nog andere bepalingen bevatten, zoals:
- Informatie over de locatie, afmetingen en het esthetische uiterlijk van gebouwen en hun omgeving.
- De routes en ontwikkelingsmaatregelen voor communicatieroutes, evenals de regelgeving daaromtrent.
Deze plannen vindt u op het BruGIS-platform: https://gis.urban.brussels/brugis/#/

De regelgeving
De Regionale Stedenbouwkundige Regelgeving (RRU)
De regionale stedenbouwkundige regelgeving omvat 8 hoofdstukken (genaamd “Titels”), die zeer specifieke aspecten van constructies en hun omgeving definiëren:
Titel | Beschrijving |
---|---|
Titel I | Kenmerken van de gebouwen en hun omgeving |
Titel II | Normen voor bewoonbaarheid van woningen |
Titel III | Titel bouwplaatsen gedeeltelijk ingetrokken – zie de gecoördineerde versie van Titel III die momenteel van kracht is |
Titel IV | Toegankelijkheid van gebouwen voor mensen met beperkte mobiliteit |
Titel V | Titel thermische isolatie van gebouwen volledig ingetrokken |
Titel VI | Advertenties en borden |
Titel VII | Het wegennet, de toegangen en de omgeving |
Titel VIII | Normen voor parkeren buiten de openbare weg |
In titel I vinden we bijvoorbeeld een uitleg van de begrippen uitlijning, gemeenschappelijke grenzen, etc. Deze begrippen definiëren de visuele kenmerken van het exterieur van het gebouw.

Titel II definieert de normen voor bewoonbaarheid in termen van plafondhoogte en minimale bewoonbare oppervlakte.

De Gemeentelijke Stedenbouwkundige Verordening (RCU)
De Gemeentelijke Ruimtelijke Ordening stelt nadere regels ten aanzien van de RRU en mag daar niet mee in strijd zijn. Afhankelijk van de gemeente kunnen deze regels betrekking hebben op gebouwen, de plaatsing van schotelantennes, trottoirs en gelden voor de hele gemeente of slechts een deel ervan.

Sommige gemeenten maken hun RCU gratis toegankelijk op de website urbanisme.irisnet of op hun eigen website, bij andere moet u naar de gemeente gaan om de informatie te verkrijgen.
Samenvatting
In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest wordt de ruimtelijke ordening geregeld door het Brussels Wetboek van Ruimtelijke Ordening (BWRO) . Deze code definieert de regels, termijnen, bevoegde autoriteiten en planningsinstrumenten die nodig zijn voor de uitvoering van een stedenbouwkundig beleid.
Een van deze instrumenten is de Strategische Plannen , die het ontwikkelingsbeleid van regionaal tot gemeentelijk niveau sturen. Voor de aanvrager van een vergunning zijn deze plannen niet direct bruikbaar.
De Regelgevende Plannen worden op hun beurt aan de projectleider opgelegd. Er zijn er 3:
- Het PRAS: Het Regionaal Landgebruiksplan definieert de mogelijke toewijzingen op regionale schaal
- Het PPAS ( Specifiek Bestemmingsplan) is een gemeentelijk instrument dat de ontwikkelingsregels op buurtniveau vastlegt.
- Het PAD: Het Masterontwikkelingsplan is het regionale planningsinstrument waarmee in één stap de strategische en wettelijke aspecten van een stedelijke strategie kunnen worden vastgelegd. Dit plan geldt alleen voor bepaalde specifieke gebieden.
In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest zijn de gemeenten verantwoordelijk voor het uitreiken van stedenbouwkundige vergunningen. In geval van administratief beroep (naar aanleiding van een weigering van een vergunning) worden de vergunningen afgeleverd door de Brusselse Hoofdstedelijke Regering .
